Over ons

Over ons

DIENSTEN

Onze werkzaamheden bestaan voornamelijk uit het vervoeren van metaal, staalconstructies,  bouwmaterialen, kraandelen en complete bouwkranen.
Via pagina “wagenpark” laten we u zien hoe breed onze mogelijkheden zijn wat betreft onze transportmogelijkheden.

Natuurlijk is transport van pallets, machines, kisten e.d, altijd bespreekbaar.

Nog steeds vinden de meesten van onze transporten plaats binnen de Benelux, maar voor speciale transporten worden ook incidenteel andere Europese landen aangedaan, waaronder Italië, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en Duitsland.

Ook voor het compleet verzorgen van lengte/breedte en dieplader transporten wordt alles tot in detail geregeld wat betreft vergunningen e.d.

Ook het laden en lossen mbv kraan, kooi-aap, heftruck, enz.is bij ons geen enkel probleem

De chauffeurs die bij ons werkzaam zijn, hebben allen een lange staat van dienst bij ons bedrijf en zijn derhalve zeer kundig in ons vakgebied.
Voor verdere informatie kunt u natuurlijk altijd contact met ons opnemen via telefoonnr: (0031) 497 571914 of via contactpagina.

Wij denken graag met u mee in het vinden van een goede oplossing voor uw transporten.


 

HISTORY

Int. Transportbedrijf Nico Kwinten Jr. werd op 1 mei 1969 opgericht door Nico en Netty Kwinten

De eerste jaren werd er met 1 auto gereden en werden er voornamelijk bouwmaterialen en veevoeder vervoerd.
Door uitbreiding van de werkzaamheden werd er in 1970 een tweede auto aangeschaft. Toen deze 2e auto erbij kwam werd er veel rondhout in de Ardennen mee gehaald en hoofdzakelijk gelost in Rotterdam.

eerste DafOok werden er veel asbestproducten (voornamelijk golfplaten) van België naar Limburg vervoerd. Nadat de 3e auto erbij kwam – deze had afzetbakken – werden er veel beton-producten vervoerd. Deze werden in het begin nog met de hand gelost, later met kraan en kooi-aap.

Vanaf 1980 zijn wij ons meer gaan toeleggen op speciaal transport, zoals lengtes tot 30 meter en diepladertransport, hoofdzakelijk in de Benelux. Daardoor was het noodzakelijk dat er in 1990 een 4e auto bijkwam.

Per 1 januari 2001 is het transportbedrijf overgenomen door Nico en Marret Kwinten.
Er wordt nog steeds dagelijks met 4 auto’s gereden.
Het getrokken materiaal bestaat inmiddels uit 1 eurodieplader, 2 semi-diepladers (waarvan 1 uitschuifbaar), div. open opleggers, waarvan enkele uitschuifbaar (tot een max. te voeren lengte van 31 mtr), 1 huifoplegger met coilgoot, 3 tautliners met coilgoot.
Ook hebben wij de nog de beschikking over zowel een open oplegger als een tautliner met kooi-aapsysteem. 1 van onze trekker is uitgerust met een 17 ton meter afzetbare autolaadkraan.

 


 

INTERVIEW MAANBLAD “BS”

In de Zomer van 2000 werden Nico & Netty Kwinten uitgenodigd door het maandblad”BS” , voor een exclusief interview omtrent hun bedrijf en met name de geschiedenis van de “SCANIA L111”.

Maandblad

Met vaardige hand stuurt Nico Kwinten de oranje L met blauwe oplegger over de wegen van de Brabantse kempen. De teller heeft anderhalf miljoen kilometers weggetikt.
Tegemoetkomende collega truckers kijken vol bewondering in de spiegel na. De chauffeur voelt zich thuis in deze truck die hij al zo lang kent. “Thuis doet het me niets, maar als ik op de weg zit, ben ik er hartstikke trots op.

In dit prachtige deel van Nederland gaat het leven er gemoedelijk aan toe.’Wat goed is, is goed’ en al het andere is overbodige bombarie. Een bezoek aan het familiebedrijf van Netty en Nico Kwinten begint dan ook aan de keukentafel.

Vanuit het raam is in de loods het front van de L111 nog net te zien. Nico steekt een sigaret op en Netty schenkt de koffie in.

Waarom rijdt de L111 nog steeds rond? Nico: In 1984 zijn ze met de begrenzers begonnen en die ziet hier nog niet op. Hij haalt wel 120!

Netty : “Ik had meer het idee dat we een reserveauto wilden….”De ondernemers wisten reeds dat een Scania ook na vele kilometers onverstoorbaar doorgaat.

Netty: “Onze auto’s gaan na 6 of 7 jaar eruit , ook vroeger al. Dan werden ze in de buurt verkocht. Drie jaar later zag je zo’n auto dan nog steeds rijden .”

De L111 mocht blijven en onderging 2x een opknapbeurt aan de cabine.”Daar had je dus elke keer kosten aan. In 1995 heeft een Scania-vertegenwoordiger voor ons een cabine uit Zweden gehaald. Die was goedkoper dan de 2 voorgaande opknapbeurten bij elkaar.

Sinds die tijd is er geen schrammetje opgekomen. En hij rijdt meer dan dat-ie stilstaat”. Aldus Nico. De ritten beperken zich grotendeels tot speciaal vervoer in de Benelux.

Nergens aankomen.

Vanzelfsprekend is de oude Scania overal een graag geziene gast. Nico: Ik heb veel bekijks met dat ding. Als ik ergens anders sta te lossen, komen er altijd wel andere chauffeurs op me af. Dan vragen of ze er even in mogen kijken. Oké maar nergens aankomen, zeg ik dan.

“De andere jongens willen er niet op rijden , want de techniek is toch van een vorige generatie. Zo moet ik de raampjes nog met de hand opendraaien, maar dat vindt ik niet erg. “Netty op haar beurt; “jij voelt je in de nieuwere auto’s niet thuis, hé?” Nico vervolgt: De auto merkt het als iemand anders er in rijdt, aan het schakelen en remmen.

Oud heeft zo zijn voordelen. “Van achter het stuur van de L111 kijk ik meteen op de weg, maar bij de 4-serie zit er nog een heel stuk dashboard voor je. Een nadeel? De L111 is bladgeveerd. Er zit geen luchtvering onder, dus moet ik nog zwengelen bij het afkoppelen. Mijn zoon heeft al voorgesteld om er luchtvering onder te zetten, maar dat wil ik niet want dan is-ie niet meer origineel.


Portret Scania Blad BSWelke andere?

Kortom, over het welzijn van de L111 wordt goed gewaakt.

Net als voor de jongere Scania’s is zaterdag poetsdag. En gaat er iets stuk, dan komt er het liefst een beter onderdeel voor in de plaats. Het gaat daarbij om kleinere dingen , want de techniek is zeer robuust.
De eerste versnellingsbak zit er nog steeds in.
Bij het vervangen van spullen gaat het om zaken als bouten en spiegelsteunen, waarvoor Nico dan steevast rvs-onderdelen gebruikt.

Soms werd wel eens gekscherend geroepen dat er een ander merk moest komen, bijvoorbeeld als eens iets stuk was.
Netty: “Dan speelde ik het spel mee en vroeg: welk merk?
Maar het ene was onbetrouwbaar , het andere van plastic en aan een ander mankeerde ook wel wat.

Nico is een echte Scaniaman.